Wat ga je doen?
Voordat je gaat lezen, let je eerst goed op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes en op opvallende woorden of getallen. Lees ook van iedere alinea de eerste en de laatste zin. Waar denk je dat de tekst over gaat? Misschien weet je al iets over het onderwerp.
Je gaat een tekst lezen over een dier waarvan tot voor kort niet bekend was dat het ook in Nederland heeft geleefd. Lees de tekst goed door. Let op de overeenkomsten en de verschillen. Let ook op de verwijswoorden. Deze verwijzen naar mensen, dieren of dingen. Dit zijn onder andere: hij, zij, het, hen, hun, deze, die, dit, dat, wat...
Wat is de belangrijkste reden dat we zoveel weten over dieren die miljoenen jaren geleden in ons land geleefd hebben?