Terug

Aardappelmannetje

Aardappelmannetje

 
In deze oefening leer je:
  • hoe je een doe-tekst leest,
  • het plaatje en de tekst met elkaar vergelijken,
  • signaalwoorden herkennen,
  • herkennen in welke volgorde iets gebeurt.


Wat ga je doen?
Voordat je gaat lezen, let je eerst goed op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes en op opvallende woorden of getallen. Lees ook van iedere alinea de eerste en de laatste zin. Waar denk je dat de tekst over gaat? Misschien weet je al iets over het onderwerp.

Je gaat een doe-tekst lezen over het maken van een aardappelmannetje. In een doe-tekst staat eerst wat je nodig hebt en daarna hoe je het moet maken.

In de tekst staan allerlei woorden die je helpen om te snappen in welke volgorde je het moet doen. Deze signaalwoorden kunnen zijn: Als eerste, dan, daarna, vervolgens, ten slotte...

 

Leesvraag

Waarmee zou je jezelf in de vingers kunnen prikken?