Begrijpend lezen

De vier V's

Begrijpend lezen kost veel moeite en inspanning. Om een tekst goed te verwerken, ben je jezelf namelijk altijd dingen aan het afvragen voor het lezen, tijdens het lezen en na het lezen. Dit doe je heel vaak onbewust, maar goede lezers vragen zich deze dingen bewust af. Dit doen ze om de betekenis van de tekst te achterhalen.

Dit bewust achterhalen van de betekenis van een tekst, noemen we leesstrategieën. Deze leesstrategieën zijn goed aan te leren. Om de leesstrategieën gemakkelijk te kunnen onthouden, worden de belangrijkste leesstrategieën ook wel de 4 V's genoemd. 

begrijpend lezen, leesstrategieën, de vier v's, wat is begrijpend lezen

De leesstrategieën

Een leesstrategie moet altijd een hulpmiddel zijn!
 

  1. Voorkennis gebruiken,
  2. voorspellen,
  3. visualiseren (je maakt er als het ware een filmpje of een foto van in je hoofd),
  4. vragen bedenken.

Zie je dat al deze leesstrategieën met de v beginnen? Daarom worden ze ook wel de 4 V's genoemd. 

  1. Voorkennis gebruiken
    Bij deze eerste strategie kijk je naar wat je al weet. Misschien speelt de tekst zich wel af in een land waar je vaak komt. Of misschien gaat de tekst over een bekende sport. Je gaat dan een verband leggen tussen dat wat je al weet en de tekst.
    Is er iets in de tekst wat je doet denken aan iets in je eigen leven?
     
  2. Voorspellen
    Bij deze strategie kijk je – voordat je de tekst gaat lezen – naar de titel, de tussenkopjes en de plaatjes. 
    Waarover denk je dat de tekst gaat?
    Lijkt het je een leuke tekst?

    Je kunt ook een stukje van de tekst lezen en vervolgens voorspellen hoe de tekst verder gaat.
     
  3. Visualiseren
    Als je gaat visualiseren, maak je eigenlijk een foto of een filmpje in je hoofd van dat wat je leest. Als je dit doet, krijgt de tekst meer betekenis en dan kun je je beter inleven. Je snapt de tekst dan ook beter. 
     
  4. Vragen bedenken
    Voor het lezen, tijdens het lezen en na het lezen bedenk je vragen over de tekst.
    Bij welk stukje uit de tekst heb je nog vragen?
    Wat vind je van de hoofdpersoon?
    Wat leer ik van deze tekst?
    Wat vind ik lastig?

    Door het bedenken van deze vragen, blijf je gemotiveerd om de tekst te lezen.