Begrijpend lezen
Filters

Groep

Vak

Type

Het kind kan met handen en vingers laten zien hoe lang een decimeter en
Bijvoorbeeld: de breedte van een vinger is ongeveer een cm. Hoe lang is een km ongeveer? Van hier tot ...
Een breuk delen door een breuk (bovenbouw)
Het kind kan met een liniaal, bordliniaal, rolmaat of meetlint lengtes meten tot op
Een breuk delen door een heel getal (bovenbouw)
Het kind kan redeneren over lengte en omtrek in eenvoudige probleemsituaties.
Een breuk vermenigvuldigen met een heel getal (middenbouw)
Het kind kan in betekenisvolle situaties lengtes schatten en kan kiezen voor de
Ongelijknamige breuken kleiner dan 1 van elkaar aftrekken (gemiddeld niveau)
Het kind kan met een (bord)liniaal, rolmaat of meetlint lengtes meten tot op de
Trappen van vergelijking: woorden op f of s