Begrijpend lezen
Filters

Groep

Vak

Type

Het kind kan het voor-, zij- of bovenaanzicht van ruimtelijke of getekende
Het kind kan een patroon met een regelmaat ontwerpen en hierover redeneren.
Zoals een kralenketting, mozaïek, kralenplank.
Het kind kan een vouwwerk navouwen van een voorbeeld met een vouwreeks van
Zoals een vliegtuigje, hoedje.
Het kind kan een wat groter blokkenbouwsel nabouwen van een tekening.
Het kind kan de regelmaat in patronen herkennen, deze uitleggen en voortzetten.
Zoals tekenen, rijgen, kleuren, met mozaïek of kralenplank, bouwen.
Het kind kan tweedimensionale afbeeldingen van driedimensionale figuren
Het kind begrijpt dat het standpunt van waaruit je kijkt, bepaalt wat je kunt zien
Bijvoorbeeld: Als ik jou in de spiegel zie, kun je mij dan ook zien? Wanneer wel en wanneer niet?
Het kind kan bij foto's van een situatie beredeneren waar een fotograaf heeft
Bijvoorbeeld: De foto moet gemaakt zijn vanaf het bruggetje, want alleen daar kun je het eilandje zien.
Het kind kan in eigen woorden uitleggen wat het betekent als een plattegrond op
Het kind kan met behulp van een kaart of plattegrond een route van A naar B