Terug

De vos en de raaf

De vos en de raaf

 
In deze oefening leer je:
  • het plaatje en de tekst met elkaar vergelijken,
  • letten op verwijswoorden,
  • de tekst kort navertellen.


Wat ga je doen?
Voordat je gaat lezen, let je eerst goed op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes en op opvallende woorden of getallen. Lees ook van iedere alinea de eerste en de laatste zin. Waar denk je dat het verhaal over gaat? Misschien weet je al iets over het onderwerp.

Je gaat een verhaal lezen over de vos en de raaf. Wil je het verhaal navertellen? Lees dan alles heel langzaam en denk goed na over wat je leest. Wie doen er mee in het verhaal? Wat lees je over deze (hoofd)personen?

Je moet goed letten op de verwijswoorden in het verhaal. Deze woorden verwijzen naar mensen, dieren of dingen. Verwijswoorden zijn onder andere: hij, zij, het, hen, hun, deze, die, dit, dat, wat...

 

Leesvraag

Hoe zorgt de vos ervoor dat de raaf de kaas laat vallen?